Op de grens van water en land blinkt voor me iets in de zon. Een mooie herenring komt half onder het zand vandaan.
Ik stel me voor hoe een man verdrietig door het mulle zand loopt. Hij heeft net ervaren dat de liefde van zijn leven hem heeft bedrogen. In een vlaag van woede wurmt hij haar ring van zijn vinger en gooit hem weg.
Of het was die man die een oogje had laten vallen op die brunette naast hem. Vlak voor hij haar aanbiedt een drankje te gaan drinken, neemt hij nog snel de oude belofte van zijn vinger en stopt hem weg. Door haar verblind, ziet hij niet dat hij niet alleen zijn oogje heeft laten vallen.